Ode aan Vera Teulings

Bijgewerkt: 3 december 2021


In de jaren dat ik in Veghel aan de Kweekschool voor Meisjes studeerde, werd het eraan gekoppelde beroep toen nog simpel “onderwijzeres” genoemd. Inmiddels geeft men er de naam “leraar basisonderwijs” aan. Die nieuwe, deftigere titel bood echter niet een betere les-gever. Ook de opleiding zoals die nu is, is onvergelijkbaar met wat het ooit was. In de jaren dat het “kweekschool” heette werd er gedrild, geploeterd, gehoorzaamd, en niet geprotesteerd. We gingen zelfs op de zaterdag voormiddag naar school. Er waren dagen bij dat we pas om zeven uur ‘s avonds thuis waren, na een volle schooldag, die begon om half negen. Bij thuiskomst wachtte dan nog het studeren. Tot soms laat in de avond of zelfs nacht. De nonnen schroomden niet om proefwerken, soms zelfs pas een dag voor het afgenomen werd, te noteren in het klassenboek, en zelfs al stonden er al proefwerken voor die dag. Er was totaal geen overleg mogelijk. Protesteren werd niet in dank afgenomen. “Maar Antoinette, toch!” als ik dat eens deed. Mijn moeder kreeg op een ouderavond te horen dat ik nogal kritisch was. 

De nonnen, de in het bruin geklede (met kap) Zusters Franciscanessen waren door de uniformiteit een als vanzelfsprekend autoritair collectief. Alle overigen waren gasten, op hun terrein, zelfs de overige leerkrachten. Het wás ook hun terrein. Daarmee is de sfeer in het gebouw aan de Deken van Miertstraat 10, en de opleiding als zodanig, de hiërarchie, ook gekenschetst.  

De hiërarchie van de macht en de daaraan gerelateerde gewoonten, visies en werkwijzen gingen veranderen, toen Vera Teulings haar intrede deed.


Vera Teulings

Toen wij in leerjaar drie de vakken psychologie, didaktiek en opvoedkunde toegevoegd kregen aan de reeds betaande vakken-lijst, wisten we niet dat we getuigen zouden worden van een ware revolutie. Er was nog niets merkbaar bij de aanvang van de eerste schooldag van het nieuwe schooljaar: september 1966. Alles verliep zoals gebruikelijk, totdat het lesrooster bekend werd: maar liefst twee volle uren, zonder pauze, waren ingepland voor opvoedkunde, evenzo voor didactiek en psychologie. Dat was nog nooit eerder gebeurd, alleen met handenarbeid. Logisch, in een uur doe je niet veel wanneer het op kleien of schilderen aan komt. Maar twee volle uren lang een zelfde theorie vak? In één en dezelfde ruimte? Luisteren? Zonder pauze?

Echter. Die eerste les met Vera Teulings startte totaal anders dan we gewend waren. Er kwam een enorme, grootse, nieuwe energie naar binnen waaien. Ze was fysiek ook nog eens groot. Statig. Niet bang. Ze keek vriendelijk, en was open. Ze nam de hele ruimte in, ze was overal, in alle hoeken, zonder er fysiek ook te zijn. Ze maakte contact. Onmiddellijk. Zij was voor honderd procent aanwezig, als mens, niet als het vak. Dat was nieuw. Niemand interesseerde zich echt in je. Voorheen. Nu begon ze ook nog eens met een heuse dialoog. Wat “Vera” betekent? Ze schreef het op het bord. Vera. Vraag. Wie weet wat dit betekent? Niemand had ooit eerder zijn of haar naam op het bord geschreven, laat staan de voornaam. Daar ging je van op het puntje van je stoel zitten! Er zaten twee mannelijke studenten, voorin de klas, ook dat was nieuw. De kweekschool voor meisjes was sinds de start van het nieuwe jaar gemengd. Met het merendeel “meisjes”, en nauwelijks “jongens”. Ze zag wel dat die ene voorin net zo brutaal terug keek, dus zij opende het offensief en vroeg het hem. Hij sloeg niet dicht. Hij durfde zelfs te antwoorden.

Vreemd. Wij hadden nooit de vrijheid gevoeld, ervaren, dat wij ook iets te zeggen hadden. Dat iemand zo vrij durfde te antwoorden was voor ons een openbaring. Afijn. “Hij” wist het niet. Toen schreef ze het op: “Vera = geacht dienende te worden.”

Zo.

We namen het allemaal aan als zijnde waar. Er was helemaal geen enkele aanwijzing dat zij het niet meende, of dat dit door haar verzonnen was. Computers waren er niet, toen. Of smartphones om iets op te zoeken, stiekem onder de lessenaar, het bureautje waar je aan zat. Zij lachte ook helemaal niet. Geen spier of spiertje vertrok op haar gezicht. Ze knipperde niet met haar ogen. Ze kleurde niet. Het was duidelijk. Dit was echt de betekenis.


Revolutie 

Met die betekenis van wat zij uitlegde als “Vera” ging zij door het hele gebouw, door alle klassen, en maakte leerkrachten geleidelijk aan ook persoonlijk duidelijk dat zij aanschouwelijk les moesten geven. Dat wij, leerlingen, het meeste leren van wat zij zelf zien, ervaren. Tot die dag was het bord het enige “aanschouwings”materiaal. Zelfs in de natuurkunde-lessen kwamen apparaten niet uit de kasten. Biologie vond plaats vanuit het boek en de plaatjes. Alles was theorie. Maar vanaf toen gingen we zelfs buiten de planten determineren, de tuin in, de nonnentuin in, een prachtige tuin. Het werd interessant.

~ Een nieuw systeem

Revolutie was er ook door hetgeen Vera Teulings nog meer was dan leerkracht met die specifieke vakken. Zij sprak over mensen die mijn leven mee zijn ingegaan en mij leidden naar andere, nieuwere of oudere, wijzere, dieper gaande wegen. Frequent door Vera Teulings genoemde namen waren Teilhard de Chardin, Jean Paul Sartre, Simone de Beauvoir. Jung. We hebben nauwelijks een boek ingekeken, ze leerde het ons allemaal op een andere manier. We leerden het kind te ontdekken, hoe dit het beste leert, de reden van onze opleiding. We moesten onze lessen ook voorbereiden vanuit een eenvoudig te maken lijstje met twee overzichtelijke kolommen: “Wat” en daarnaast: “Hoe”. Aanschouwingsmateriaal was het allerbelangrijkste. Overzicht. Orde. Niet vanaf een schrift letterlijk de vooraf thuis neergeschreven les afraffelen, wat de anderen, die in een parallel klas zaten, moesten omdat zij les hadden van een traditioneel werkende non, die absoluut niet veranderen wilde. Hele lessen werden door haar compleet met rode pen gecorrigeerd terug gegeven aan de student. Zó moest het verteld worden, schrijf het dus maar over in het net, en stap ermee de klas in. Punt. Ik beschouw mijzelf als een geluksvogel dat mij die ouderwetse wijze van lesgeven bespaard is gebleven. Dat ik gedwongen werd creatief aan de gang te gaan met “Hoe”. Als antwoord op “Wat” er dan zoal uit te leggen was, en welk aanschouwingsmateriaal ik daarvoor zelf kon maken, plakken, knippen, aantonen, laten vasthouden, bekijken, besnuffelen. En in welke logische volgorde de ene hoe na de andere gepresenteerd moest worden.

~ Communicatie

Wij, de Teulings-klas, leerden te communiceren met kinderen. Te luisteren naar kinderen. Observeren. Assertief zijn. Fingerspitzengefühl te ontwikkelen en er gebruik van te maken. Niet bang te zijn fouten te maken, leren te durven zeggen dat je het antwoord niet wist, wanneer er een vraag kwam, en je het ook echt niet wist. Antwoorden dat je het wel op zou zoeken, en er dan mee terug zou komen. We leerden te begrijpen wat er in zo’n kinderhoofdje omging wanneer het iets nieuws moest leren. We moesten dus allemaal iets zoeken wat we niet begrepen. Een onderwerp. Om te ervaren wat dit in onszelf deed. Opschrijven hoe het werkt. Met je eigen woorden. Ik koos voor hoe een bandrecorder werkt. Die zijn er ondertussen al niet meer. Maar ik heb het bestudeerd en kunnen uitleggen aan mijzelf. Zo. Wat een geweldige opdracht. Leren in een ander te kijken, met een ander, in dit geval het kind, te leren communiceren, door een communicatie met jezelf aan te gaan, is een onmisbare factor in de interactie tussen leerkracht en leerling.

~ Via drie-dimensionaal ontdekken naar weten

Ze leerde ons kennismaken met allerlei soorten onderwijs, en nam ons op een zonnige woensdagmiddag (vrije middag voor de basisschool) ook daadwerkelijk mee naar een school aan de overzijde van de kweekschool, alwaar men de Cuisenaire rekenmethode gebruikte. Ze was erg enthousiast hierover, en dus mochten wij op een middag met die blokjes aan de gang. Wat een leuke ervaring! Wat een geweldig lesmateriaal! Ik heb zo’n doos vorig jaar ergens kunnen vinden en aan mijn kleindochter geschonken. Blijkbaar kunnen kinderen spelenderwijs leren ontdekken, al vanaf de vierjarige leeftijd, en het is zelfs mogelijk om in het voortgezet onderwijs wiskunde uit te leggen via de blokjes van Cuisenaire. Lesmateriaal is en blijft op de eerste plaats iets waarmee met zoveel mogelijk zintuigen kennis gemaakt moet kunnen worden, niet alleen visueel, of auditief, maar ook met de tastzintuigen, en indien relevant ook ruiken, proeven. Hoe modern de huidige tijd of school ook mag zijn: computers kunnen niets aanreiken wat met de handen ervaren moet worden, met de tastzintuigen, om te weten, een soort van check, check, check situatie. Drie-dimensionaal.

~ Leren denken leidt tot eindeloze leergierigheid

Je eigen woorden gebruiken. Ze wilde absoluut niet dat je kopiëerde en plakte, om moderne termen te gebruiken. Wat was dat moeilijk! We hadden tot dan alleen alles “van buiten” moeten leren. Alles letterlijk moeten overnemen en weer gebruiken. Zelf denken konden we nog niet. Wat een angst had ieder voor zich, om aangewezen te worden, in de klas, door Vera Teulings, en het dan met de eigen woorden te moeten zeggen. Het ging aanvankelijk hakkelend, met horten en stoten. We hadden hier nooit in geoefend. Maar al doende leerden we. Je bleef zo ook echt bij de les, want anders kon je het absoluut niet meer volgen, laat staan juist reageren op een vraag. Onze hersenen werden wakker geschud. Bevrijd in feite van hersenspoelingen. We moesten zelf leren denken. Maar die eerste keren twee uren lang full speed en met volle aandacht actief zijn was een enorm zware opgave. Dat creatieve denkproces stopt vervolgens niet meer. Je ontdekt het plezier van leren kennen, weten, en dat is een eindeloze fantastische ontdekkingstocht die gelukkig maakt.


Revolutie in het Klooster

De frisse wind waaide niet alleen door de kweekschool. Ook het klooster onderging veranderingen, en daar was ook Vera debet aan. Zij had n.l. een goed contact met de zusters, en die gingen op een zeker ogenblik “normale” kleding dragen. Het habijt met kap ging uit, en er stapte een wat onzekere vrouw uit, met haren en lichaamsvormen in kleurige zelf gekozen kleding, een mens die aan een nieuw leven ging beginnen. Vera Teulings heeft veel voor hun terugkeer in de maatschappij betekend en heeft zelfs zusters onder haar vleugels genomen, bij haar in huis genomen.


Vera en Vrijheid

Alsof dit nog niet genoeg was gebeurde het dat ze op een gegeven ogenblik niet in de les aanwezig was. Het kwam echter later “uit” (althans, zo werd het verteld onder de leerlingen) dat zij de auto naar Frankrijk had genomen. Dat ze een briefje op de tafel had liggen, thuis, met daarop de tekst voor diegene die daar ook woonde: “Ik ben naar Frankrijk, Vera”. Die wist natuurlijk ook niet dat Vera gewoon in Veghel had moeten zijn en verklapte daarmee wat Vera liever verborgen had gehouden. Wij, haar leerlingen, hebben hier heerlijk om gegniffeld, herinner ik mij.

Het Frankrijk-verhaal, en ik vermoed meer van dit soort dingen, heeft grote gevolgen gehad. Ze heeft de kweekschool (moeten?) verlaten. Maar dat was na mijn tijd. Ook hier speur ik een vorm van de mens die zich in geen enkel patroon laat vast leggen. Zij bepaalt. Niemand anders. Zij heeft haar eigen weten, geweten, en handelt hiernaar. Wij kwamen niets te kort, integendeel. Ze gaf mij, ons, meer dan iemand die altijd braaf volgens het boekje werkt.


Vera en Emoties

Haar niet te stuiten daadkracht, haar ongenaakbaarheid doen vermoeden dat zij een soort van “ijzeren” type is, in zekere zin was dat ook zo, maar in de goede betekenis van het woord. Er was echter een moment dat zij de tranen niet weggedrukt kon krijgen. Dat was toen zij sprak over kinderen, terloops, eigen kinderen. Vera Teulings was vrijgezel. Boven de veertig. Het ging voorbij aan haar. Ze had wel eens opmerkingen die mij bij bleven. Zo was er die over het huwelijk: het huwelijk is als een vesting. “Zij die erin zijn willen eruit, en die er buiten zijn willen er in.” Ze leerde mij dat je anderen ook iets leert door jezelf te openen en anderen erin te laten kijken. Delen van je eigen innerlijk, alsof we behalve studenten, ook haar vrienden waren.


Op bezoek in Den Bosch

Er gingen veertig jaren overheen voor ik haar, na het slagen, weer ontmoette. Dit gebeurde op mijn eigen initiatief. Ik wilde haar zo graag zeggen wat voor een enorm belangrijke invloed zij heeft gehad op mijn denken, en daardoor op de wijze waarmee ik met mijn eigen kinderen ben omgegaan, hoe ik hen begeleid heb. Wat ik hen aangereikt heb als spel-materiaal. Zij was het die zei (om maar eens wat te noemen) dat een simpele bal het beste speelgoed is. Te veel speelgoed is fout. Dan gaan kinderen zich ver-velen. Dit woord heeft zij specifiek gebruikt, meerdere malen. Vervelen betekent niets anders dan dat er te veel aanwezig is waarmee je je kunt bezig houden. Het is dus precies het tegenovergestelde van wat men denkt. Het klopt ook.

Door het zoeken via google kwam ik aan gegevens, zelfs een email adres, en zo is er geleidelijk aan een contact ontstaan, in 2009, met mijn vraag, of ik haar mocht bezoeken. Ik was van harte welkom. Spannend was het wel, maar mooi spannend.

Vanuit Uden ben ik met de bus naar Oss gereisd. Daar heb ik de trein genomen naar Den Bosch, en vandaaruit heb ik de stadsdienst genomen naar de plek waar zij woonde. Ze verwelkomde me hartelijk, en nodigde me uit naar de woonkamer. Het was er gezellig. Wat ik me herinner hiervan (voor zover ik de gelegenheid kreeg rond te kijken vanuit mijn plek op de bank in de zithoek), is een enorme boekenwand, en een tafel met vier stoelen, verderop, vlak bij het volle licht van het grote raam, waar zij, zo vertelde ze in het gesprek, werkt(e) aan de correspondentie met ter dood veroordeelden, die in gevangenissen verblijven. Meer hierover verderop. Gedurende het gesprek echter bleek dat ze zich veel van wat ik opdiste uit de kweekschool-tijd in Veghel niet herinnerde. Ik heb zelfs het idee dat ze mij niet eens echt herinnerde, maar dat vond ik erg begrijpelijk. Ze was immers 86, en had vele gezichten gezien in haar leven. Bovendien was ik veranderd.


Het leven van Vera Teulings, na 1968

Vera Teulings vertrouwde mij toe dat zij op een gegeven ogenblik last ging krijgen van evenwichtsstoornissen, en zo bang was op een kind te vallen, dat zij gestopt is met lesgeven. Van wat ik mij nu, terwijl ik schrijf, herinner van het gesprek in 2009, is dat zij echter niet bij de pakken is neer gaan zitten, en reizen ging maken. Zo kwam zij ook in Afrika, zag daar de gebrekkige omstandigheden waaronder les gegeven moest worden, en is toen op eigen kosten een soort van “kweekschool” gaan oprichten daar, met nauwelijks een budget. Materiaal voor lesgeven werd dus niet gekocht, maar zelf gemaakt. Zo werden letters gesneden uit een soort van vynil vloerbedekking, welke zij gratis als afvalmateriaal bij bedrijven kon krijgen. In Nederland. Want ze was regelmatig ook weer in Nederland.

Ze vertelde ook dat zij nog steeds, dus op haar 86ste, reizen maakte, met de auto. Ver weg. Ik vond ook een artikel in het Brabants Dagblad, over haar en hoe zij over autorijden denkt.


Vera en ACAT

Ik vond nog meer, n.l. over haar activiteiten voor ACAT. Ze had mij ook verteld over ACAT, een vreemd klinkende naam (aa-kat) voor zo’n enorme, door Amnesty International erkende organisatie, en vooral, voor wat die organisatie zoal doet. Om een en ander duidelijker te maken volgt hier een door mij bewerkte google-vertaling van een oorspronkelijk in het Indonesisch geschreven artikel, door Heri Kartono, over Vera Teulings:

Licht brengen…

“Mensen denken vaak dat ik oud ben, maar ik voel me 30!”, vertelt Vera gekscherend. Vera Teulings, een vrouw uit Nederland, is echter niet meer zo jong. Dit jaar bereikt ze de leeftijd van 86 jaar. Maar, zoals zij zelf zegt, ze voelt zich jong. Zij is gepensioneerd hoogleraar psychologie, die nog steeds blij rondreist in het buitenland. Sinds ze met pensioen is reisde zij meerdere malen naar Italië, Egypte en zelfs naar Indonesië. “Ik heb gereisd van Manado naar Bandung,” zei Vera toen wij elkaar ontmoetten in Rome (29/10/08).

Naast reizen is Vera actief als lid van ACAT (Actie van Christenen tegen Marteling) een christelijke beweging tegen foltering, in het bijzonder in de gevangenis. ACAT wordt erkend en volledig ondersteund door Amnesty International. Een van Vera’s activiteiten is het regelmatig onderhouden van contact met 10 dodencellen in de Verenigde Staten, Egypte, Thailand en Zambia.

“Zij die ter dood veroordeeld zijn, ervaren hun leven meestal als verspild en door niemand opgemerkt. Daarom is correspondentie met buitenstaanders echt heel zinvol,” vertelde Vera ernstig. Vera voegde eraan toe dat de correspondentie beslist niet oppervlakking is qua inhoud, maar diepgaand. Haar vermogen om de mens psychologisch te begrijpen heeft in verschillende situaties enorm geholpen .

Toen Vera naar Egypte reisde, nam zij de tijd om de vier correspondentie-vrienden in de gevangenis te bezoeken. “Ze waren diep geraakt en hebben het bezoek en de aandacht intens gewaardeerd. Dit leidde tot een frequentere en meer open correspondentie.

Voor Vera Teulings is dit alles nog steeds goed te doen op de “leeftijd van de schemering”. Toen haar werd gevraagd wat haar dreef om aandacht te schenken aan ter dood veroordeelde gevangenen, zei zij: “Wat ik doe is een sprankje licht geven aan hen die in eenzaamheid en duisternis leven.”

Heri Kartono, OSC (gepubliceerd in LIFE magazine editie 18/01/09).


Vera Teulings, 2016 

Vanuit zeer betrouwbare bron heb ik het volgende vernomen:

Voor Vera Teulings werd een zeer recente ongelukkige valpartij het begin van enorme veranderingen in haar leven. Een verhuizing naar een appartement waar de gezondheidszorg vlakbij is werd daardoor noodzakelijk. Toen ze daar eenmaal woonde kreeg ze een herseninfarct en heeft na een ziekenhuis-periode geruime tijd moeten revalideren. Vera woont niet alleen: haar huisgenote is meeverhuisd.

Ik wens haar Licht. Dank voor jouw Licht, Vera.


Lees verder Vera Teulimngs, 2018: Een vervolg op “Ode aan Vera Teulings”


Aanvullende informatie