Bijgewerkt: december 5, 2021
- Deel 1: Mijn reis naar Noorwegen in 2010, en de lange reis naar het vinden van de juiste cursus Noors.
- Deel 2: De dialecten, het zogenaamde bokmål, nynorsk, en de betekenis van Ivar Aasen
Deel 1.
Op 31 juli 2010 landde ik op vliegveld Moss, bij Oslo. Het was mijn eerste vliegreis, en het was mijn eerste reis naar Noorwegen. Ik vertrok vanaf Eindhoven airport. Het was spannend: ik stapte over mijn vliegangst heen.
Sindsdien zijn er vele vliegreizen gevolgd, tussen Noorwegen en Nederland, waardoor geleidelijk aan voor mij duidelijk werd dat ik me liever definitief in Noorwegen wilde gaan vestigen. De verschillen tussen beide landen zijn enorm. Landen op Schiphol was terug komen in de hectiek van rennende mensen, veel mensen, geluidsoverlast, drukte in verkeer, overvol openbaar vervoer, en ga zo maar door. In het begin voelde dat als prettig, ik was er immers aan gewend. Echter, iedere keer wanneer ik in Oslo uitstapte werd ik verwelkomd door de weldaad van de onthaasting, ruimte, stilte, vredigheid, en normale aantallen mensen. Plek om te zitten, overal.
De behoefte om de taal te leren was er niet echt: wie weet zou ik toch nog naar Nederland terug keren, en dan was alle moeite voor niets geweest. Bovendien spreken vrijwel alle Noren Engels. Overal. Toch kwam er een moment dat ik aanklopte bij een adres in een stadje vlakbij, waar de Noorse taal geleerd wordt aan nieuwkomers. De leerlingen waren/zijn vrijwel allemaal vluchtelingen en asielzoekters. Het programma was pittig: twee volle lesdagen per week, twee jaren lang, en erg duur: omgerekend in totaal 3600 euros. Dat was ver boven mijn budget. Dus ging ik kijken op de website van LOI, de Leidse Onderwijs Instellingen. Daar kocht ik een cursus voor ongeveer vijfhonderd euros, inclusief MP3’s. Hoewel aanvankelijk erg enthousiast: ik heb er nauwelijks iets mee gedaan. In je eentje op die manier, zonder echt contact met een persoon, en dus niet gecontroleerd kunnen worden op je uitspraak, vraagt enorm veel van je motivatie. Ik stelde maar uit.
Afgelopen jaar zocht ik contact met een vrijwilligerscentrale: wellicht was er iemand die samen met mij conversatie-lessen wilde voeren, zodat ik beetje bij beetje de meest gangbare woorden zou leren kennen, schrijven en uitspreken. Met een directe controle op de juiste uitspraak. Er meldde zich nog niemand, wat begrijpelijk is in deze tijd van serieuze besmettingsgevaren voor Covid-19.
Een week geleden ben ik begonnen met Noorse les via Skype.
Deel 2.
Tijdens de eerste les kwam ook het dialect ter sprake van de streek waar ik woon: Hallingdal. Het Hallingdal dialect lijkt in vele opzichten op het zogenaamde Nynorsk, de tweede officiële schrijftaal in Noorwegen. De eerste taal is het zogenaamde Bokmål. In Hallingdal spreekt men Hallingmål.
Ivar Aasen is de grondlegger is van het Nynorsk. Hieraan gaat een lange geschiedenis vooraf: Noorwegen is van 1536-1814 overheerst geweest door Denemarken. waarna het regime werd overgenomen door Zweden, van 1814-1905, waardoor er van de oorspronkelijke Noorse taal niet veel authentieks meer over bleef. Alleen in veraf gelegen gebieden bleef de taal zoals die was, weliswaar in het dialect van die streek, maar oorspronkelijk, zoals in Hallingdal.
De dialecten bevatten veel woorden die onder andere stammen uit het Viking tijdperk. Het was Ivar Aasen die deze dialecten noteerde, bestudeerde, en samen deed vloeien in het Nynorsk. Engelstalig artikel over Ivar Aasen: hier.
Video: lang geleden opgenomen in de omgeving van Gol, Hemsedal, Torpo, Ål, Hol, het westelijke deel van Hallingdal, waar ik woon, en uitgevoerd door Bukkene Bruse.
Tijdens de eerste les werd uitgelegd dat na de bevrijding van Zweden, en dus een overheersing van eerst Denemarken en daarna Zweden, in totaal bijna vierhonderd lange jaren, er in de Noren een enorme behoefte ontstond om te laten zien wie ze zijn. Hun identiteit terug te vinden. Dat uitte zich met name in de zogenaamde “bunad”, de traditionele klederdracht, die van gebied tot gebied anders is, en bijzonder kleurrijk. De bunad is rijk versierd met prachtig kunst-borduurwerk, verfijnde kantpatronen, en zilveren versierselen. Ook sjaaltjes, strikken, schoenen en sokken, hoeden, petten, riemen, gordels, speciale onderkleding horen erbij. Zie hier: Bunader Oslo
Op de nationale feestdag, 17 Mei, wordt het onafhankelijk worden van Zweden gevierd, de bevrijding, het herstel van de eigen grondwet, Grunnlovsdagen, en wordt overal de traditonele klederdracht gedragen, door jong en oud. Video: mijn filmpje van 17 mei 2011, in het dorpje waar ik woon.